Uitrusting van je boot of schip
Wat betekent uitrusting? Dit zijn belangrijke materialen die je nodig hebt aan boord van je boot of schip. Het zijn hulpmiddelen om bijvoorbeeld je boot te beschermen, of wanneer je pech hebt en niet verder kunt varen wanneer je motor niet meer werkt. Of stuk is.
Bij motorpech: touw en roeispanen
Touw is belangrijk om je bootje of schip aan de wal vast te kunnen maken, zodat hij niet wegdrijft. Een touw is vooral handig wanneer de motor stuk is en je door een andere boot gesleept moet worden.
Roeispanen kun je ook gebruiken wanneer je motor stuk is. Met de roeispanen kun je de boot veilig naar de kant brengen door te roeien. Jij bent dan zelf de motor. Dit kan natuurlijk alleen bij kleine bootjes. Grotere boten moeten gesleept worden. Dan kun je het beste de waterpolitie bellen. Die helpen je op weg. Zorg dus dan ook altijd dat je een goed werkende marifoon hebt.
Ter bescherming: stootwil, dekzeil en anker
De stootwil of boei kun je aan de zijkant van de boot vinden. Ze zijn om de lak van je boot/schip te beschermen. Een stootwil is gemaakt van rubber en is langwerpig van vorm. Hoe groter je boot of schip, hoe groter hij is. (Wel binnenhalen wanneer je gaat varen, anders vaar je minder snel en het staat ook netjes.)
Wanneer je klaar bent met varen, gebruik dan een dekzeil. Een dekzeil is een grote lap plastic of stof en wordt gebruikt om helemaal over de bovenkant van de boot te leggen. Het is een soort deken, maar dan van stevig linnen of dik plastic. Op deze manier blijft je boot droog wanneer het regent. Hij blijft ook mooi schoon.
Een anker is belangrijk wanneer je de boot aanlegt op open water. Dat komt omdat je geen wal hebt om je boot aan vast te leggen. Een anker bestaat uit een zwaar metaal. Door het zware gewicht valt het anker naar beneden. De punten aan beide zijden van het anker blijven steken in de bodem. Hierdoor blijft de boot op zijn plaats en kan daardoor niet wegdrijven door de stroom of de wind.