Veilig varen op het water

Ken de vaarregels, kijk om je heen tijdens het varen. Herken de verkeersborden op het water. Zij wijzen je de weg, zeggen wat je wel en niet mag. Of waar je op moet letten. Waar je je boot kunt aanmeren om aan land te gaan. Hier horen natuurlijk ook de verkeerslichten bij. Die vind je bijvoorbeeld onder bruggen, en ook bij sluizen.

Verkeersborden op het water

Wat zijn verkeersborden? En hoe zien die borden eruit? Op deze verkeersborden staan kleine tekeningetjes. Verkeersborden kunnen je de weg wijzen of vertellen waar je op moet letten. De meeste borden zijn vierkant of langwerpig van vorm. Maar je hebt ook enkele die rond van vorm zijn. (Op bijgaande tekeningetjes kun je ze zien.)

De belangrijkste borden zijn:

  • gebodsborden:
    zij zeggen je wat je moet doen op het water
  • verbodsborden:
    zij bepalen wat je niet mag op het water
  • aanwijsborden:
    zij vertellen je waar en wat je kunt vinden op het water. Bijvoorbeeld, waar je drinkwater langs het water kunt vinden. Of waar je bijvoorbeeld kunt tanken. Of een haven. Of hoe diep het water is. Of hoe hoog of laag het onder een brug is.

De lichtseinen

Wat zijn lichtseinen en waar vind je die? Op het water worden lichtseinen gebruikt in het donker. Ze zijn bedoeld om schippers de weg te wijzen in het donker. Maar ook om aan te geven waar ze moeten varen. Of welke route je moet volgen.

  • Lichtbakens of vaarseinen
    Dit zijn grote boeien die op het water drijven, maar wel verankerd zijn. Verankerd wil zeggen dat ze vastliggen op de bodem van het water. Zij zijn erg belangrijk. Vooral bij drukke vaarroutes. ’s Avonds zijn ze verlicht en overdag geven ze door middel van een bord aan waar je kunt en moet varen. Je vindt ze aan het begin van havens. Of op zee of op grote vaarroutes in het binnenland.
  • Let op de bruglichten!
    Deze zijn heel belangrijk! Bruglichten laten je weten wat je wel en niet mag. Gaat de gele lamp boven een brug gat uit, volg dan de lampen die aan de zijkant van de brug hangen. Deze lichten aan de zijkant van de brug laten je weten of je mag doorvaren, of dat je moet wachten. Want wie mag het eerst doorvaren. Jij of de boot aan de andere kant van de brug. Dit is dus heel belangrijk!

Zien en gezien worden

Zorg dat je gezien wordt! Draag opvallende kleding: liefst fluorescerend geel of oranje.

Vaste plek aan boord

Bij aanmeren of afvaren is het handig om altijd op een vaste plek te gaan zitten. Dit kan binnen of buiten zijn. Zo voorkom je verwarringen weet je altijd je eigen plekje te vinden. Ook voor je spulletjes. Zoals de reddingsboei, de joon, de koelbox, vuilnisbak of jerrycan. En wat dacht je van de EHBO doos. Allemaal heel belangrijk. Anders ben je onnodig tijd kwijt met zoeken.

Kijk vaak achterom

Kijk niet alleen vaak, maar ook goed. Zorg dat je overzicht hebt en houdt!

Inhalen

Dat doe je wanneer je voorbij een andere boot wilt varen, die langzamer vaart. Altijd kijken of het wel kan. Vooral wanneer er boten van de andere kant aankomen. En wanneer het gedeelte waar je vaart breed genoeg is om in te halen.