Duikers & scheepvaart: de belangrijkste regels

publicatie:
07
-
05
-
2019
Er wordt veel gedoken in Nederland. Om dit veilig te laten verlopen zijn er in het BPR regels opgenomen. We zetten de belangrijkste regels op een rij.

Niet alleen sportduiken is populair, ook beroepsmatig duiken komt steeds meer voor. De beroepsvaart huurt steeds vaker een duikbedrijf in om onderhoud en herstellingen aan het onderwaterschip te laten uitvoeren. Zoals bijvoorbeeld het polijsten van een schroef. Duikers en vaarweggebruikers kunnen elkaar dus goed aanvullen!

Belangrijk blijft natuurlijk de veiligheid. Daarom de belangrijkste regels op een rij voor zowel vaarweggebruikers als duikers.

Voor de vaarweggebruiker

Duikvlag -  Seinvlag A
  1. Internationale duikvlag (seinvlag A): Als je de blauw-witte internationale seinvlag A (kan ook een bord zijn) ziet op een schip of op de wal, dan zijn er duikers (meestal meer dan één) actief. Verminder tijdig snelheid en blijf uit de buurt. ’s Nachts moet dit teken verlicht zijn, zodat het duidelijk zichtbaar is. Bij het duiken vanaf de oever wordt echter vaak geen duikvlag gezet. Simpelweg omdat niet iedere duiker deze heeft. Zie onder meer over het gebruik van de duikvlag. 
  2. Oppervlakteboeien: Oppervlakteboeien worden door duikers meestal opgelaten als ze aan hun opstijging bezig zijn of geven de plaats aan waar duikers actief zijn. Opnieuw geldt: blijf uit de buurt.
  3. Markeringsboeien: Op enkele duiklocaties worden verankerde boeien gebruikt om een interessante duikplaats te markeren. Duikers gebruiken deze boeien als referentie om daar in de buurt af te dalen en op te stijgen. Deze boeien bevinden zich vaak in een afgesloten vaargebied. Het wil nog weleens voorkomen dat een windsurfer een markeringsboei of oppervlakteboei gebruikt om die te ronden. Doe het niet, dit is gevaarlijk gedrag.
  4. Duiksteigers: In vooral Zeeland bevinden zich enkele steigers specifiek voor duikers. Om te voorkomen dat schepen hier afmeren, is er permanent een duikvlag (seinvlag A) aanwezig. 
  5. Duikers in nood, wat dan? Een duiker in nood zal proberen de aandacht te trekken door met z’n armen te zwaaien of op het water te slaan. Let op: benader de duiker voorzichtig. Meestal wordt samen gedoken en als je maar één duiker boven water ziet, is de andere waarschijnlijk nog onderwater. Elke situatie vraagt om een juiste aanpak en doet een beroep op gezond verstand. Bij verwittigen van het Noodnummer, steeds vermelden dat het om een duikincident gaat.
  6. Duiken in de vaargeul: Volgens het BPR mag niet worden gedoken in gedeelten van een vaarweg bestemd voor de doorgaande scheepvaart. Alleen in de Oosterschelde is vrijstelling verleend voor het (wrak)duiken in sommige vaargeulen. Enkele wrakken staan aangegeven op de officiële waterkaarten van de Dienst der Hydrografie.
  7. Respecteer elkaar: Beroepsvaart, watersporters, (sport)vissers en duikers maken gebruik van hetzelfde water. Als iedereen elkaar respecteert, kan iedereen zonder problemen van dezelfde gebieden gebruikmaken.
Rond dit schip zijn duikers actief, zoals te zien is aan de internationale duikvlag (Seinvlag A)

Duikvlag

Begin 2019 zijn diverse duikorganisaties, de KNRM en Varen doe je Samen! een campagne begonnen om meer bekendheid voor de internationale duikvlag te generen, om zo de veiligheid op en onder water te vergroten.

Duikers worden aangemoedigd de vlag altijd te gebruiken als ze gaan duiken. Vaarweggebruikers wordt gevraagd om minstens 100 meter afstand te houden als ze de duikvlag langs het vaarwater zien, zodat duikers veilig kunnen duiken. Zie voor meer informatie over de duikvlag de speciale website.

 Voor de sportduiker

  1. Waar wel en waar niet duiken? Zoals vermeld in het BPR artikel 8.08 is onderwatersport verboden:
    - Op een wachtplaats of in de onmiddellijke nabijheid van een brug, een sluis of een stuw.
    - In gedeelten van een vaarweg bestemd voor de doorgaande scheepvaart.
    - In routes van veerponten.
    - In havens en nabij de ingangen daarvan.
    - In de nabijheid van afmeergelegenheden.
    - In gebieden speciaal zijn aangewezen voor snelvaren of waterskiën e.d. Duiken is toegestaan in de door de bevoegde autoriteit aangewezen gebieden. Behalve op open water, zoals de Oosterschelde en de Noordzee, wordt ook veel gedoken in gesloten zoetwaterplassen. Let op: Op deze plassen varen vaak kleine vaartuigen.
  2. Plaats de internationale duikvlag (seinvlag A): Toon de internationale duikvlag aan boord of op de wal en zorg dat die goed zichtbaar is. Dat is van groot belang, om de overige vaarweggebruikers duidelijk te maken dat er wordt gedoken. Een bord mag ook. Volgens het BPR moet dat zijn gemaakt van niet buigzaam materiaal. Het teken moet op een zodanige hoogte en op een zodanige manier worden geplaatst, dat het van alle kanten zichtbaar is. ’s Nachts moet dit teken zijn verlicht, zodat het duidelijk zichtbaar is.
  3. Respecteer elkaar: Beroepsvaart, watersporters, (sport)vissers en duikers maken gebruik van hetzelfde water. Als iedereen elkaar respecteert, kan iedereen zonder problemen van dezelfde gebieden gebruikmaken.

Goede, veilige vaart!

No items found.