Stroming
Afhankelijk of een schip tegen de stroming in of met de stroming mee vaart moet het stuurboord of bakboord houden. Een tegemoetkomend schip moet voldoende ruimte hebben om elkaar te passeren. De scheepvaartregels op de stromende rivieren zijn vastgelegd in het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) en het Rijnvaartpolitiereglement (RPR). Deze reglementen verschillen soms van elkaar.
Nu komt het vaak voor dat een groot schip dat stroomopwaarts vaart liever de binnenbocht neemt, omdat daar minder stroom is. Een afvarend groot schip zal daarentegen liever de buitenbocht nemen. Het komt dus voor dat deze schepen elkaar aan de ‘Verkeerde’ kant wensen te passeren, stuurboord op stuurboord dus. Dit wordt aangegeven door het tonen van een blauw bord met wit knipperlicht.
Ook de recreatievaart moet zoveel mogelijk proberen om aan het verzoek van een binnenvaartschip met blauw bord te voldoen, en deze aan de ‘blauwe bord’ zijde passeren. Maar wel enkel als dat veilig kan.
Brochure Het blauwe bord
Om de regels duidelijk uit te leggen hebben we een brochure met uitleg over het gebruik van een blauw bord gemaakt. Onderstaande illustraties komen uit deze brochure.
Een opvarend groot schip moet een geschikte weg vrijlaten voor de afvaart. Die geschikte weg kan aan bakboord of aan stuurboord van het opvarend schip zijn.
Als klein schip kun je in de meeste gevallen voor een opvarend groot schip met blauw bord het beste naar bakboord uitwijken en ‘stuurboord op stuurboord’ ontmoeten. Let daarbij wel goed op schepen die je van achteren met meer snelheid naderen. Minder zo nodig snelheid om dat schip zo snel mogelijk voorbij te laten.
Blijf op de Waal en Boven-Rijn niet onnodig midden in de rivier varen. Kies voor de stuur- of bakboordoever. Op de overige (smallere) rivieren is varen op een derdedeel van de totale vaarwaterbreedte uit stuurboordwal aan te bevelen, omdat je vanuit die positie het snelst de juiste beslissing kan nemen: naar stuurboord of naar bakboord uitwijken.
Soms laat de opvaart voor een afvarend klein schip aan beide zijden voldoende ruimte. Dan kun je er voor kiezen dit schip “bakboord op bakboord” te ontmoeten.
Een opvarend klein schip moet voorrang verlenen aan een afvarend groot schip. Het afvarende grote schip zal meestal voor de buitenbocht kiezen. Het kleine schip moet hiermee rekening houden bij het uitwijken. Het uitwijken moet overdreven duidelijk gebeuren zodat het grote schip ziet wat het kleine schip doet.
Groot onderling samen met klein (zie afbeelding 4)
Als een opvarend groot schip kiest om over te steken naar de bakboordwal, dan wordt de afvaart ‘stuurboord op stuurboord’ ontmoet. Om dit duidelijk te maken toont het opvarende grote schip een blauw bord met wit helder rondom schijnend flikkerlicht. Het afvarende grote schip toont als antwoord een blauw bord en ook zo’n licht om aan te geven dat hij de bedoeling van het opvarend schip begrijpt en gaat voldoen aan dit verzoek. Klein is verplicht voorrang te verlenen aan beide grote schepen. Bij voorkeur door te voldoen aan wat gevraagd wordt (dus ‘bakboord op bakboord met het afvarend grote schip’). Daarbij zit het opvarende grote schip voor klein in de weg!
Video Blauwe Bord
In onderstaande video over varen op de Gelderse IJssel wordt (vanaf 4.00 min.) uitleg over het varen met blauw bord gegeven.
Goede, veilige vaart!