Waterpeilen en waterstanden op de binnenwateren: waar moet je rekening mee houden? Als je veilig wilt varen is het bij de navigatie belangrijk om de diepte te weten van het vaarwater. Nu staan de dieptes aangegeven op de vaarkaart, maar door allerlei omstandigheden zal de werkelijke diepte steeds veranderen.
De waterstanden in Nederland worden bepaald door de aan- en afvoer van water door rivieren, beken en door neerslag of droogte. De actuele waterstanden zijn te vinden via de Waterinfo van Rijkswaterstaat.
Je kunt hier per plaats (groene stippen op de kaart) de actuele waterstand zien. Het is ook de moeite waard om bij ‘Meer details’ te drukken, dan krijg je een overzicht van hoe de waterstand zich ontwikkeld in de komende dagen. Heel handig bij de reisvoorbereiding!
Voor vaarweggebruikers is het verstandig om in het kader van je reisvoorbereiding afwijkingen in de waterstand op te zoeken. Juist ook als je gewend bent aan het zomerpeil, en vroeg in het voorjaar of laat in het najaar gaat varen en er al een winterpeil is ingesteld. Dit kan al snel enkele decimeters schelen.
Peilen op meren, plassen en kanalen
De vaarwegbeheerders, met name Rijkswaterstaat en de Waterschappen streven naar een vast waterpeil, het zgn streefpeil per vastgelegd gebied (bijvoorbeeld plas of kanaal). Het niveau wat men wil bereiken is vastgelegd in een zogenoemd peilbesluit. Zij kunnen de waterstanden van veel vaarwateren, waar het peil geregeld kan worden door stuwen en gemalen, beïnvloeden door spuien of juist vasthouden van water.
In de praktijk ziet dit er meestal zo uit:
In de zomer is het waterpeil hoger. De zomers zijn over het algemeen droger dan de winters. Rijkswaterstaat wil het water in de grote wateren, zoals het IJsselmeer en Markermeer, dan kunnen vasthouden zodat er ook in tijden van droogte voldoende zoetwater beschikbaar blijft. Dit geldt ook voor de Waterschappen. Ook zij willen water vasthouden voor drinkwatervoorzieningen en watergebruik door landbouw.
In tegenstelling tot de zomer kan in de winter een overschot aan water ontstaan. Rijkswaterstaat en de Waterschappen houden in de regel daarom een lager waterpeil aan in de winter. Zo kan er meer water uit de polders en de rivieren worden opgevangen en afgevoerd.
Waterstanden op grote(re) rivieren en hun stroomgebied
Op grote(re) rivieren en hun stroomgebied wordt het peil bepaald door de aan- en afvoer van water door neerslag, droogte, beken en rivieren. Nu zijn er wel stuwen en sluizen in sommige grote rivieren, zoals de Maas. Het waterpeil zal op bepaalde trajecten langere tijd stabiel gehouden kunnen worden, zonder dat het direct beïnvloed wordt door grillige waterstandsverschillen door bivoorbeeld regen.
De gevolgen van het functioneren van een dergelijke stuw kwam naar voren bij de aanvaring van de stuw bij Grave door een binnenvaartschip eind december 2016. De stuw kon het water niet meer tegenhouden. Hierdoor liep het pand (een stuk watergang tussen 2 stuwen/sluizen) tussen Sambeek en Grave “leeg” waardoor de scheepvaart werd gestremd en woonboten “droog” kwamen te liggen.
Voorspellen van de waterstanden
Het voorspellen van de waterstanden in de rivieren wordt gedaan door diverse gegevens te combineren, o.a. de waterstanden stroomopwaarts langs de rivieren, en de neerslag en neerslagverwachtingen. In de winter en het begin van de lente bestaat er een grotere kans op hoogwater op de Nederlandse rivieren en langs de kust. De Rijn en de Maas moeten namelijk in deze periode meer regenwater en bij invallende dooi ook veel smeltwater afvoeren dan in andere seizoenen. Ook kan er een hoge waterstand ontstaan door storm waardoor water kan worden opgestuwd. De scheepvaart moet bij hoge waterstanden rekening houden met veranderende hoogtes bij bruggen en meer stroming.
De Maas is een rivier die sterk reageert op neerslag in de Belgische Ardennen en Noord-Frankrijk. Bovendien is de rivier relatief kort, hetgeen tot gevolg heeft dat het water Nederland binnen enkele uren bereikt.
De Rijn is langer dan de Maas en wordt sterker beïnvloed door smeltwater uit de berggebieden in Zwitserland en Zuid-Duitsland. Het duurt enkele dagen voordat een hoogwatergolf vanuit deze gebieden Nederland bereikt.
Diepgang
In de zomer kan er juist in de rivieren een erg lage waterstand ontstaan door droogte. Dit kan belemmerend zijn voor de scheepvaart vanwege te weinig diepgang. Er kan behoorlijke economische schade ontstaan doordat binnenvaartschepen minder kunnen laden om hun diepgang beperkt te houden. In Nederland streeft Rijkswaterstaat ernaar om op de Rijn tussen Lobith en Rotterdam een diepgang te garanderen van 2.80 meter bij de z.g. OLR, de overeengekomen laagste rivierstand.
Rijkswaterstaat meet nauwgezet hoeveel water er door de rivieren stroomt en hoe hoog dat water staat langs de kust en op de grote meren. Bekijk hier de waterdata van Rijkswaterstaat. Een leuke website om te bekijken is de site waterpeilen.nl met veel leuke info over waterpeilen in ons rivierenland. Meer informatie vindt je ook op de website van de Unie van Waterschappen. Per Waterschap kun je zoeken op ‘waterpeil’.
Goede, veilige vaart!