Een marifoon hebben/aan boord hebben is voor veel boten niet verplicht, maar wordt wel aangeraden, zeker in gebieden waar veel beroepsvaart vaart. De marifoon maakt het namelijk mogelijk om direct met alle schepen in de buurt of om contact met de verkeersleider of kustwacht te leggen. Een marifoon draagt daarom bij aan de veiligheid op het water en is handig in geval van nood.
Houd er wel rekening mee dat aan het gebruik van de marifoon regels zijn verbonden. Op schepen vanaf 20 meter is het hebben van een marifoon bijvoorbeeld wel verplicht. En als er een marifoon aan boord is, ben je verplicht uit te luisteren en indien nodig te zenden. Je leest er meer over in de brochure ‘Communicatie op het water’.
De vier W’s
Wie de marifoon wel eens uitluistert of gebruikt, zal zich misschien wel eens afvragen wat al die termen nou betekenen. Misschien maakt het je wel terughoudend om zelf de marifoon te pakken. Toch moet je dat (met de juiste papieren) zeker doen! Communiceer altijd met behulp van de vier W’s:
- wie ben je?
- wat ben je?
- waar ben je?
- wat wil je?
Vakjargon marifoon
Met behulp van ervaren binnenvaartschippers hebben we hieronder een lijst met verschillende vaktermen opgesteld die je kunt horen in een marifoongesprek. Handig om eens door te nemen, zodat je weet wat er bedoeld wordt.
Term | Uitleg |
Rechter- of linkeroever | Afvarend op een rivier gezien is rechts de rechteroever en andersom |
Over de noord / zuid | Het schip blijft aan de noord/zuidzijde varen |
Lager uit | Schip gaat in de afvaart (bijvoorbeeld na het uitvaren van een haven of nevenvaarwater) |
Kop voor de haven in | Voorstroom varend - zonder te keren – een haven of nevenvaarwater invaren |
Kop voor nemen | Van tegenstroom varend naar voorstroom keren |
Opdraaien | Van voorstroom varend naar tegenstroom keren |
Schip gaat rond | Schip gaat keren 180 graden |
Schip zit in de brug/hoogspanning | Schip zit precies onder de brug |
Schip vaart beneden de brug | Schip vaart benedenstrooms van de brug |
Schip vaart boven de brug | Schip vaart bovenstrooms van de brug |
Ik zet blauw bij | Schip toont het blauwe bord met wit knipperlicht om SB-SB te passeren/ontmoeten |
Schip zit aan de verkeerde wal | Schip vaart aan de andere zijde van de vaarweg dan meest gebruikelijke, namelijk rechts (stuurboordszijde van de vaarweg) |
Koppelverband | Twee of meer samengestelde schepen |
Duwstel met 6 bakken in brede formatie of fles formatie | Duwboot met 2x 3 duwbakken of 3x 2 duwbakken |
Bovenmaats zeeschip | Zeeschip dat niet aan de karakteristiek van de vaarweg voldoet en dus eigenlijk te groot is (lengte/breedte/diepgang/hoogte). Mag alleen met vergunning varen |
Kruisende vaart | Scheepvaart dat een haven of nevenvaarwater passeert. Kruisend ten opzichte van het schip dat de haven/nevenvaarwater wil uitvaren |
Uit het roer lopen | Toestand van de waterbeweging rondom een schip, zodanig dat er geen aanvoer meer van voor naar achterschip plaatsvindt, maar het water aangevuld wordt van achteren, waardoor er geen water van voor naar achteren langs het roer loopt en het schip onbestuurbaar wordt. |
Overstuur de haven uitkomen | Schip dat achteruit een haven uitkomt |
Tandje erbij/eraf | Schip gaat iets sneller/langzamer lopen door de regulateur (bediening van de motor) te bedienen |
U krijgt een opening | Voor het schip wordt de brug bediend |
Schip ligt koplastig | Schip ligt niet gelijk op de ijkmerken, maar voor dieper dan achter |
We gaan eerst afschutten en dan bent u de eerste | Sluis schut eerst schepen die afvarend zijn en daarna komt het schip dat boven de sluis ligt te wachten aan bod |
Het is hier droog! | Er staat hier weinig water/er is weinig diepte in de vaargeul |
Wat is de minste diepte? | Wat is de minst gepeilde diepte? Door RWS wordt bij lagere waterstanden een minst gepeilde diepte afgegeven, zodat schippers weten hoe diep ze het schip moeten laden |
Het schip maakt water | Het schip is lek |
Lekko! | Een meertouw losgooien |
Autoschip | Een binnenvaartschip dat auto’s/tractoren/vrachtwagens etc. kan vervoeren. Ook wel RO-RO schip genoemd |
Schip met blauwe kegel | Schip dat gevaarlijke stoffen vervoerd, en dat aangeeft met een blauwe kegelvormig teken |
Schip is ontgast | Tankschip dat vrij is van gassen die in de tanks zaten na het lossen van licht ontvlambare gevaarlijke stoffen |
Gierpont | Een veerpont op de rivier dat door middel van een kabel aan een anker midden in de rivier is verbonden en door de kabels kort/langer te maken naar de overkant kan varen (scheren) |
Laat maar lopen | Schip dat na een verzoek toestemming krijgt een voorligger voorbij te lopen |
Achterlijker/voorlijker dan dwars | Gerekend vanaf het schip: alle schepen die in de sector van dwars tot de kiellinie zitten |
Vluchthaven | Haven om te overnachten, maar vroeger werden gebruikt om tijdelijk naar te vluchten in geval van storm of ijsgang op de rivier |
Oord / hang | Oord is de binnenbocht en hang de buitenbocht van de rivier |
Omhoog zitten | Vastgelopen zijn |
Wil je nog meer weten over communicatie op het water en het nut van de marifoon, bekijk dan onderstaand filmpje met een voorbeeld van een marifoongesprek tussen een recreatieschip en de verkeerspost.
Bekijk ook het webinar over marifoongebruik.
Goede, veilige vaart!