Achterlijker/voorlijker dan dwars |
Gerekend vanaf het schip: alle schepen die in de sector van dwars tot de kiellinie zitten |
Autoschip |
Een binnenvaartschip dat voertuigen kan vervoeren. Ook wel RO-RO schip genoemd |
Bovenmaats zeeschip |
Zeeschip dat niet aan de karakteristiek van de vaarweg voldoet en dus eigenlijk te groot is (lengte/ breedte/ diepgang/ hoogte). Mag alleen met vergunning varen. |
Duwstel met 6 bakken in brede formatie of fles formatie |
Duwboot met 2x 3 duwbakken of 3x 2 duwbakken |
Gierpont |
Een veerpont op de rivier dat door middel van een kabel aan een anker midden in de rivier is verbonden en door de kabels kort/langer te maken naar de overkant kan varen (scheren) |
Schip zit in de brug/hoogspanning |
Schip zit precies onder de brug |
Schip vaart boven de brug |
Schip vaart bovenstrooms van de brug |
Ik zet blauw bij |
Schip toont het blauwe bord (met wit knipperlicht) om stuurboord op stuurboord te passeren |
Schip zit aan de verkeerde wal |
Schip vaart aan de andere zijde van de vaarweg dan de gebruikelijke stuurboordzijde (rechts) |
Het is hier droog! |
Er staat hier weinig water/ er is weinig diepte in de vaargeul |
Het schip maakt water |
Het schip is lek |
Je krijgt een opening |
Voor het schip wordt de brug bediend
|
Kop voor nemen |
Van voorstroom varend naar tegenstroom keren
|
Koppelverband |
Twee of meer samengestelde schepen
|
Kruisende vaart
|
Scheepvaart dat een haven of nevenvaarwater passeert. Kruisend ten opzichte van het schip dat de haven of nevenvaarwater wil uitvaren
|
Laat maar lopen
|
Schip dat na een verzoek toestemming krijgt een voorligger voorbij te lopen
|
Lager uit |
Schip gaat in de afvaart (bijvoorbeeld na het uitvaren van een haven of nevenvaarwater) |
Lekko! |
Een meertouw losgooien
|
Omhoog zitten
|
Vastgelopen zijn
|
Oord / hang
|
Oord is de binnenbocht en hang de buitenbocht van de rivier
|
Overstuur de haven uitkomen
|
Schip dat achteruit een haven uitkomt
|
Over de noord/zuid
|
Het schip blijft aan de noord/zuidzijde varen
|
Rechter- of linkeroever |
Afvarend op een rivier gezien is rechts de rechteroever en andersom
|
Schip gaat rond
|
Schip gaat keren 180 graden
|
Schip is ontgast
|
Tankschip dat vrij is van gassen die in de tanks zaten
|
Schip ligt koplastig
|
Schip ligt niet gelijk op de ijkmerken, maar ligt voor dieper dan achter
|
Schip met blauwe kegel |
Schip dat gevaarlijke stoffen vervoerd, en dat aangeeft met een blauwe kegelvormig teken
|
Tandje erbij/eraf
|
Schip gaat iets sneller/langzamer lopen door de regulateur (bediening van de motor) te bedienen
|
Uit het roer lopen
|
Toestand van de waterbeweging rondom een schip, zodanig dat er geen aanvoer meer van voor naar achterschip plaatsvindt, maar het water aangevuld wordt van achteren. Hierdoor loopt er geen water van voor naar achteren langs het roer en het schip onbestuurbaar wordt.
|
Vluchthaven
|
Haven om te overnachten, maar vroeger werden gebruikt om tijdelijk naar te vluchten in geval van storm of ijsgang op de rivier
|
Wat is de minste diepte? |
Wat is de minst gepeilde diepte? (Door Rijkswaterstaat wordt bij lagere waterstanden een minst gepeilde diepte afgegeven, zodat schippers weten hoe diep ze het schip moeten laden).
|
We gaan eerst afschutten en dan bent u de eerste
|
Sluis schut eerst schepen die afvarend zijn en daarna komt het schip dat boven de sluis ligt te wachten aan bod
|