Wat zijn de regels omtrent het Klein Vaarbewijs? Klein Vaarbewijs I geldt voor de vaart op rivieren, kanalen en meren. Met Klein Vaarbewijs I mag ook gevaren worden op de Gouwzee. Het Klein Vaarbewijs I is tevens een International Certificate of Competence (ICC) inland waters.
Soort schepen:
- pleziervaartuigen met een lengte van 15 tot 25 meter.
- motorboten korter dan 15 meter, die sneller kunnen dan 20 kilometer per uur door het water, hieronder vallen ook jetski’s en andere typen waterscooters.
- bepaalde schepen die bedrijfsmatig gebruikt worden met een lengte tussen de 15 en 20 meter.
Het examen KVB1 omvat de volgende onderdelen:
- De wettelijke bepalingen voor zover deze van belang zijn voor de veiligheid van de vaart op die wateren
- De behandeling van de voortstuwingswerktuigen; de veiligheidsmaatregelen
- De waterwegen, de omstandigheden van het vaarwater, elementaire meteorologie
- Het varen en manoeuvreren, de onder bijzondere omstandigheden te nemen maatregelen
Klein Vaarbewijs II (KVBII)
Klein Vaarbewijs II geldt behalve op ‘rivieren-kanalen-meren’ ook op de Eems/Dollard, de Waddenzee, het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer en op de Oosterschelde en Westerschelde. Het Klein Vaarbewijs II is tevens een International Certificate of Competence (ICC) inland and coastal waters.
Soort schepen:
- pleziervaartuigen met een lengte van 15 tot 25 meter.
- motorboten korter dan 15 meter, die sneller kunnen dan 20 kilometer per uur door het water, hieronder vallen ook jetski’s en andere typen waterscooters.
- bepaalde schepen die bedrijfsmatig gebruikt worden met een lengte tussen de 15 en 20 meter.
De eisen die gesteld worden aan de examens gaan onder andere over
- De wettelijke bepalingen voor zover deze van belang zijn voor de veiligheid van de vaart op ruime vaarwateren waarop Klein Vaarbewijs II wordt vereist
- Om in het bezit te komen van het Klein Vaarbewijs II dient u het KVB1 en het KVB2 examen te behalen.
Lees ook het artikel Vaarbewijzen voor binnenvaart: het Groot Vaarbewijs.
Goede, veilige vaart!