Voor veel beroepsschippers is het een grote angst: andere schepen die uit het zicht raken in de dode hoek. De dode hoek van een groot schip is het stuk voor de boeg dat vanuit de stuurhut niet te zien is. Dat gebied is vaak veel groter dan mensen zich beseffen, zeker als het binnenvaartschip bijvoorbeeld geladen is met containers.
In het BPR staat beschreven dat de dode hoek van een schip 350 meter mag zijn. Onder voorwaarden, bijvoorbeeld met een camera op de boeg, mag dat zelfs 500 meter zijn. Het BPR (artikel 1.07) zegt daarover het volgende:
Tijdens de vaart mag de lading het vrije uitzicht niet meer beperken dan tot 350 m voor het schip of het samenstel.
In afwijking van de vorige volzin, mag het vrije uitzicht bij het gelijktijdige gebruik van radar en camera-installaties tot 500 m voor de boeg worden beperkt, indien:
- door bedoelde hulpmiddelen het uitzicht van 350 m tot 500 m voor de boeg wordt gewaarborgd;
- aan de eisen van artikel 6.32, eerste lid, wordt voldaan;
- de radarantennes en de camera’s aan de boeg van het schip zijn geïnstalleerd;
- deze hulpmiddelen overeenkomstig artikel 7.02 van het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn 1995 als geschikt erkend zijn.
Blijf uit de dode hoek
Het advies is dan ook: ‘Blijf uit de dode hoek’ zodat je niet het risico loopt dat je uit het zicht raakt. De vuistregel hierbij is: als jij de stuurhut kunt zien, dan kan de schipper jou ook zien.
Goed zicht
Hierbij is een goed zicht rondom essentieel. De snelheid van binnenvaartschepen ligt vaak hoger dan mensen verwachten. Kijk dus vaak achterom, zodat je weet wat er achter je gebeurt. Pas je koers en snelheid zo aan, dat je buiten de dode hoek blijft. En vaar zoveel mogelijk stuurboordwal.
In onderstaande video zie je meer over de dode hoek van grote schepen en zie je wat je het beste kunt doen als je wordt opgelopen door een binnenvaartschip.
Goede, veilige vaart!