Een marifoon is een zend- en ontvangapparaat voor maritieme communicatie. Via de marifoon leg je contact met andere schepen en met walstations, zoals sluizen, verkeersposten of de kustwacht. Zowel op zee als op binnenwater. Goed marifoongebruik draagt bij aan de veiligheid op het water.
Een marifoon is niet verplicht aan boord van een klein schip. Toch is het raadzaam om een marifoon aan boord te hebben. Zeker als je regelmatig vaart in gebieden waar ook veel beroepsvaart aanwezig is.
Om een marifoon te gebruiken heb je een bedieningscertificaat nodig. Daarmee kun je een ATIS-code (je radioroepnaam) aanvragen bij het Agentschap Telecom.
‘Varen doe je Samen!’ geeft i.s.m. het Agentschap Telecom een brochure uit met alle informatie die je moet weten m.b.t. de marifoon. Je vindt de brochure HIER.
De beroepsvaart heeft in veel gevallen 2 marifoons aan boord en de marifoon wordt in de regel met grote regelmaat gebruikt.
De recreatievaart gebruikt de marifoon wat minder, en het komt dan ook voor dat een recreatievaarder aan het begin van het seizoen denkt: ‘Hoe ging het ook al weer?’
Daarom hier enkele aandachtspunten op een rij:
- Uitluisteren doe je op de binnenwateren (inclusief IJsselmeer en Wadden) op kanaal 10, en op de kustwateren op kanaal 16. Op deze kanalen vindt het schip-schip verkeer plaats.
- In de Almanak vind je per gebied soms nautische informatiekanalen. Bijvoorbeeld op kanaal 1 voor het IJsselmeergebied, met weerberichten en actuele scheepvaartberichten. Schakel hier af en toe naar toe.
- Soms is er op een bepaald traject verkeersbegeleiding via een verkeerspost (een z.g. blokgebied of sector) Daarin geldt een eigen marifoonkanaal, het blokkanaal genoemd. Het blokkanaal staat op de waterkaart, op borden langs de vaarweg en in de almanak. Schakel bij binnenvaren van een blokgebied over naar dit blokkanaal, dit is verplicht. Let op: Het kan zijn dat een brug of sluis in het blokgebied een eigen marifoonkanaal heeft.
- Voer alleen relevante gesprekken op de daarvoor bestemde kanalen. Voor privégesprekken kun je de kanalen 72 en 77 gebruiken.
- Houd de zend toets niet langer dan nodig ingedrukt. Houd de ether vrij.
- Bij ernstig en dreigend gevaar voor schip en bemanning en je wilt onmiddellijk hulp, mag je het noodsein ‘Mayday’ gebruiken. Gebruik in een dergelijk geval voor een juiste positiemelding de vier W’s:
- Wie ben je (scheepsnaam),
- wat ben je (type schip),
- waar ben je (duidelijke positie) en
- waarheen vaar je?
- Word je opgeroepen door een schip of een blokkanaal, ben je verplicht te antwoorden en alle informatie te verstrekken die nodig is voor de veiligheid van de scheepvaart.
Het is van belang dat je de juiste gespreksdiscipline hanteert bij het gebruik van je marifoon. Hier de regels en een voorbeeld:
- Roep de naam van degene die je op wilt roepen. (Max 3 maal)
- Zeg dan wie jij bent. HIER IS… (Evt. roepnaam erbij bijv. PI1234) Sluit je oproep af met OVER
- Het antwoord luidt NAAM van OPROEPENDE
- Naam opgeroepene HIER DE… Zegt u het maar
- Voer het gesprek, sluit steeds af met OVER
- Bij einde gesprek zeg je UIT.
Voorbeeld:
- Havendienst Hoorn
- Hier zeiljacht STERN, over
- Stern, hier havendienst Hoorn, over
- Ik kom zo de haven invaren en zoek een ligplaats, ik meet 12 meter, over
- Dat kan, u kunt …. gaan liggen, over
- Oké, bedankt, uit
Als je een ander schip aan wilt roepen, kun je de naam van het schip gebruiken als je die weet (wellicht via de AIS), anders kun je het schip en zijn positie omschrijven. (Blauw zeiljacht voor haveningang Hoorn)
Bekijk de VDJS-voorlichtingsfilm over communicatie op het water en het webinar over Marifoongebruik.
Voor meer informatie kun je ook terecht op de website van het Agentschap Telecom
Goede veilige vaart!